Stagebeleid

Toelichting op stagebeleid

Stagiaires
Er lopen, in verschillende samenstellingen, eerstejaars-, tweedejaars-, derdejaars- en vierdejaars fysiotherapiestudenten van de Hogeschool Utrecht (HU, misschien link naar website?) bij ons stage. De eerstejaars lopen 3 dagen mee in het kader van hun beroeps oriënterende stage (BOS), waardoor zij kennis kunnen maken met het vak in de dagelijkse praktijk. De tweedejaars (juniorstage) lopen 10 weken, 2 dagen per week, mee, waarbij de focus ligt op de communicatieve vaardigheden en het doen van deelonderzoek en deelbehandeling. Juniorstagiaires werken in principe altijd onder supervisie van de stagebegeleider en zullen een enkele keer de (laag-complexe) patiënt zelfstandig behandelen. De derdejaars (mediorstage) en vierdejaars (seniorstage) lopen 5 maanden, 4 dagen per week, stage, waarin zij veel zelfstandig (be)handelen. Studenten mogen starten met hun mediorstage zodra zij alle kennis- en vaardigheidstoetsen hebben gehaald. Aan het eind van de seniorstage dienen de studenten op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar te zijn, dat wil zeggen dat zij zelfstandig patiënten kunnen onderzoeken en behandelen. Na de seniorstage schrijven de studenten hun scriptie, waarna zij kunnen afstuderen.

In sommige perioden loopt er tevens een masterstudent van de HU. Deze stage is onderdeel van de masteropleiding die gevolgd kan worden na het afronden van de bacheloropleiding Fysiotherapie. Op de HU worden verschillende masteropleidingen aangeboden, waarvan onze praktijk als stageadres is aangesloten bij de masters Orthopedische manuele therapie, Psychosomatische fysiotherapie en Sportfysiotherapie.

      Stagiaire  

Stagebeleid: onderzoek en behandeling van patiënten
De eerste maand van de medior- en seniorstage is de introductiemaand. In deze maand worden de studenten getoetst op hun basiskennis en basisvaardigheden met betrekking tot de administratieve verslaglegging (d.w.z. het patiëntendossier invoeren en bijhouden), de anatomische kennis en de klinimetrische kennis en vaardigheden (d.w.z. het gebruik van vragenlijsten en meetinstrumenten). In deze maand nemen studenten wel al behandelingen over van de vertrekkende studenten, maar de onderzoeken worden nog door (en samen met) de begeleider uitgevoerd. Indien de studenten in de introductiemaand laten zien dat zij voldoende op niveau zijn, zullen zij steeds meer (deel)onderzoeken en (deel)behandelingen overnemen. De begeleider blijft echter zeer nauw betrokken bij de behandeltrajecten en belangrijke beslissingen worden samen genomen. De communicatie richting verwijzers of andere betrokken zorgverleners gebeurd in principe door de begeleider.

De masterstudent heeft naast de praktische taken (bij specialistische klachtenbeelden) een aantal andere taken die meer gericht zijn op wetenschappelijk onderzoek. Zo kan het zijn dat de masterstudent een klinische les verzorgd voor de collega’s over een specifiek onderwerp.